In Linschoten wordt iedere woensdag Koersbal gespeeld van 14.15 uur tot 16.15 uur in de Brede Vaart. Een gezellige groep van gemiddeld 18 personen speelt in een individuele competitievorm. Voor inlichtingen kunt u een keer komen kijken op woensdagmiddag of contact opnemen met Rita van de Loo, 0348-432380.
Kosten: de contributie bedraagt momenteel € 5,00 per maand, exclusief koffie € 0,50 per keer. Zomerstop ongeveer 1 juli tot 1 september (geen contributie) en er wordt niet gespeeld op feestdagen.
Contactpersoon: Rita van der Loo, 0348-432380
SPELREGELS KOERSBAL. (onder voorbehoud)
HET SPEL :
Het spel bestaat uit een mat van 8 x 2 meter, 4 zwarte en 4 bruine koersballen, een jack en een meetlint.
De bedoeling van het spel is de koersbal (bruine of zwarte bal) zo dicht mogelijk bij de jack (kleine witte bal) te rollen.
De bal is niet helemaal rond waardoor deze bij het afremmen een curve (bocht) maakt. De mat is verdeeld in een aantal vakken en er wordt in twee richtingen over gespeeld. Bij aanvang van het spel staan beide spelers aan één zijde van de mat. De ene speler speelt met de zwarte ballen, de andere met de bruine ballen. De volgorde van spelers wordt vastgesteld aan de hand van voorgaande ranglijsten. De overige spelers zitten erom heen om zo het spel goed te kunnen volgen.
HET BEGIN : De speler die begint, speelt met zwart en gooit als eerste de jack. Als de jack tot stilstand is gekomen wordt deze in het midden op de mat gelegd ter hoogte van de plaats waar hij tot stilstand kwam. De jack moet echter wel over de middellijn komen, doch wel op de mat blijven. Is dit niet het geval dan mag de andere speler de jack inrollen. Als het deze keer ook niet lukt wordt de jack op het witte dwarsstreepje voor het dubbelscore of eind vak gelegd. De speler die als eerste de jack rolde, rolt zijn eerste zwarte koersbal. Richt een beetje naar rechts (of links), zodat de bal met een curve terug rolt naar het midden. Aan één kant van de bal staan letters en kleine ringen, hou deze aan de binnenkant van de mat voor de juiste curve. De kant met de grote ringen dus aan de buitenkant houden! Daarna rolt de andere speler zijn eerste bruine koersbal. Vervolgens rolt de eerste speler weer een zwarte koersbal, en zo gaat men om beurten verder totdat alle koersballen zijn gespeeld.
Bij veel deelnemers kan voor “speler” ook “2 spelers” gelezen worden.
– Koersballen die de middellijn niet halen doen niet meer mee.
– Koersballen die van de mat afrollen worden uit het spel gehaald.
– Als de jack van de mat af wordt gerold, wordt deze in het midden van de mat gelegd ter hoogte van de plek waar hij van de mat afrolde.
– Als een koersbal de jack raakt en deze verplaatst blijft de jack liggen waar deze tot stilstand komt. Als de Jack via het eindvak van de mat rolt, mag er geen punt worden geteld en wordt hij op de rand van de mat teruggelegd.
De wedstrijdleider zorgt voor de indeling. In onze club zijn er altijd vier schrijvers, waarvan er bij toerbeurt altijd een de puntentelling bijhoudt.
DE PUNTENTELLING: De koersbal die het dichtst bij de jack ligt krijgt een punt. Deze koersbal wordt dan weggehaald en dan ga je kijken welke koersbal nu het dichtst bij de jack ligt, is deze koersbal van dezelfde partij dan krijgt deze partij er een punt bij. Is deze koersbal van de tegenpartij dan stopt de puntentelling. Er is dus altijd maar één speler die de punten krijgt.
DUBBELSCORE-VAK: Aan het eind van de mat ligt het dubbelscore-vak.
Wanneer een speler de jack raakt en deze daarna in het dubbelscore-vak komt, krijgt deze speler een extra punt. Dit geldt ook als de jack bij het in het spel brengen in het dubbelscore-vak terecht komt. Dit punt blijft altijd tellen, ook als iemand de jack tijdens het spelen van de mat stoot. Wanneer de jack in het dubbelscore-vak ligt tellen alle koersballen die in het dubbelscore-vak liggen dubbel.